EEN NIEUW SPREADSHEET MAKEN

  1. Klik op het lint op het tabblad          Bestand.
  2. Klik links in het venster op          Nieuw.
  3. Klik op          Maken.

EEN SPREADSHEET OPSLAAN

  1. Klik op het lint op het tabblad          Bestand.
  2. Klik links in het venster op          Opslaan of          Opslaan als.
  3. Selecteer zo nodig bij          Mappen een map waarin u het bestand wilt opslaan.
  4. Typ in het vak          Bestandsnaam een naam voor het spreadsheet.
  5. Klik op          Opslaan.

AFDRUKKEN VOORBEREIDEN

  1. Klik op het lint op het tabblad          Bestand.
  2. Klik links in het venster op          Afdrukken.
  3. Rechts in het venster wordt de weergave Afdrukvoorbeeld weergegeven, waar u kunt bekijken hoe het spreadsheet eruitziet wanneer u dit afdrukt.
  4. Selecteer de gewenste opties onder          Instellingen.
  5. Klik onder          Instellingen op          Pagina-instelling om bijvoorbeeld te selecteren of u rasterlijnen wilt afdrukken.
  6. Selecteer zo nodig onder          Printer de printer.
  7. Klik vervolgens boven in het venster op          Afdrukken.

Tip U kunt ook afdrukopties selecteren op het tabblad          Pagina-indeling van het lint.

SPREADSHEETS EN CELADRESSEN

Spreadsheets bestaan uit kolommen, rijen en cellen. Kolommen hebben een alfabetische kop en beginnen met A, B, C, enzovoorts. Na de 26 letters van het alfabet beginnen de kolomkoppen in Excel met AA tot en met AZ, waarna deze opnieuw beginnen met AAA tot en met ZZZ, enzovoort. In totaal heeft Excel 16.384 kolommen.

Rijen hebben een numerieke kop, te beginnen met 1, 2, 3 enzovoort.

Een cel is de plaats waar een kolom en een rij samenkomen, en een cel is waarin u typt. Wanneer u in een cel klikt, wordt deze de actieve cel, omgeven door een zwarte rand. Alles wat u typt, wordt ingevoerd in de actieve cel.

Gebruik het          naamvak van het lint als u het adres wilt weergeven van de cel waarin u tekst typt.

Naamvak

Wanneer u in het          naamvak kijkt en bijvoorbeeld E5 ziet, betekent dit dat de cursor zich in kolom E, rij 5 bevindt.
Celadressen geven niet alleen aan waar iets zich in het spreadsheet bevindt, maar worden ook gebruikt in Excel-formules.

Als u het          naamvak wilt gebruiken om naar een andere cel te gaan, typt u het celadres in het          naamvak en drukt u op Enter. Als u wilt terugkeren naar het begin van het spreadsheet, typt u           A1 in het          naamvak en drukt u opnieuw op Enter.

NAVIGEREN IN EEN SPREADSHEET

  • Klik op een cel als u de cursor naar deze cel wilt verplaatsen.
  • Druk op Enter als u één cel omlaag wilt gaan.
  • Druk op Tab als u één cel naar rechts wilt gaan.
  • Gebruik de pijl-omhoog, pijl-omlaag, pijl-links en pijl-rechts van het toetsenbord als u de cursor in verschillende richtingen wilt verplaatsen.

Pijltoetsen

Tips

  • Als u meer wilt weten over navigatie in een spreadsheet, raadpleegt u boven aan de snelzoekkaart onder          Zie ook het gedeelte ‘De beste snelkoppelingen voor navigatie in een werkmap’.
  • Als u een nieuwe tekstregel wilt beginnen op een specifiek punt in een cel, dubbelklikt u op de cel, klikt u op het punt in de cel waar u een nieuwe regel wilt beginnen en drukt u op Alt+Enter.

GEGEVENS INVOEREN

Datums invoeren:

  • Gebruik een schuine streep (/) of een minteken (-) om de delen van een datum te scheiden, bijvoorbeeld 15/7/2010 of 15-juli-2010. Als u de datum van vandaag wilt invoeren, drukt u op Ctrl +; (puntkomma).

Een tijd invoeren:

  • Typ een spatie na de tijd en vervolgens een ‘a’ of ‘p’ na de tijd. Anders wordt de tijd automatisch als AM ingevoerd. Als u de huidige tijd wilt invoeren, drukt u op Ctrl+Shift+; (puntkomma).

Breuken invoeren:

  • Typ een spatie na het gehele getal en de breuk, bijvoorbeeld 1 1/8.
  • Typ eerst een nul als u alleen een breuk wilt invoeren, bijvoorbeeld 0 1/4.

TIJD BESPAREN BIJ HET INVOEREN VAN GEGEVENS

AutoAanvullen
Als de eerste tekens die u in een cel typt overeenkomen met een eerdere invoer, worden de resterende tekens automatisch voor u ingevoerd in Excel. Druk op Enter of Tab als u de invoer wilt accepteren.

Automatisch doorvoeren
Typ een invoer in een cel, zoals een dag van de week of een maand van het jaar. Verplaats de cursor naar de rechterbenedenhoek van de cel totdat de cursor verandert in een zwart plusteken. Klik en sleep de vulgreep (het zwarte plusteken) om de rest van de reeks in te vullen. U kunt langs een kolom omlaag of langs een rij slepen. Laat de muisknop los wanneer u klaar bent.

Als u een reeks getallen wilt invullen, moet u meer doen dan één waarde invoeren. Als u bijvoorbeeld de reeks 2, 4, 6, 8 enzovoort wilt invullen, typt u       2 in een cel. Vervolgens drukt u op Enter of Tab. Typ     4 in een aangrenzende cel en druk op Enter of Tab. Klik en sleep volgens de bovenstaande stappen om de reeks te voltooien.

GEGEVENS BEWERKEN

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Dubbelklik op de cel met de gegevens die u wilt bewerken, OF
  • Klik op de cel met de gegevens die u wilt bewerken en klik vervolgens op een willekeurige plaats op de          formulebalk om de wijzigingen door te voeren.
  • Als u tekens wilt verwijderen, drukt u op Backspace of selecteert u de tekens om deze te markeren en drukt u op Delete.
  • Als u tekens wilt invoegen, klikt u in de cel waar u wilt typen en typt u de nieuwe tekens.
  • Als u tekens wilt overschrijven, selecteert u de tekens en typt u de nieuwe tekens.
  • Als u wijzigingen wilt invoeren, drukt u op Enter of Tab nadat u de wijzigingen hebt aangebracht.

TEKSTTERUGLOOP TOEPASSEN IN EEN CEL

  • Ga naar het tabblad          Start
    en klik in de groep          Uitlijning
    op          Tekstterugloop Tekstterugloop.

BEREKENINGEN UITVOEREN IN EXCEL

Voor berekeningen in Excel maakt u formules, die altijd beginnen met een gelijkteken (=).

  • Typ           =89+23 als u wilt optellen.
  • Typ           =89-23 als u wilt aftrekken.
  • Typ           =89*23 als u wilt vermenigvuldigen.
  • Typ           =89/23 als u wilt delen.

Automatisch berekeningen in Excel uitvoeren

  1. Plaats de cursor direct onder getallen in een kolom of direct rechts van een rij met getallen.
  2. Ga naar het tabblad          Start
    en klik in de groep          Bewerken
    op:
  • De knop          AutoSom AutoSom als u wilt optellen.
  • De pijl bij de knop          AutoSom AutoSom als u andere berekeningen wilt uitvoeren.
    Klik vervolgens op          
    Gemiddelde,          
    Aantal nummers,          
    Max of          
    Min.
  1. Als u de formule wilt voltooien, drukt u in het spreadsheet op Enter of Tab.

KOLOMMEN EN RIJEN INVOEGEN OF VERWIJDEREN

Invoegen:

  • (Kolom) Klik op een cel direct rechts van de plaats waar u een nieuwe kolom wilt invoegen, of
  • (Rij) Klik op een cel direct onder de plaats waar u een nieuwe rij wilt invoegen. Ga daarna als volgt te werk:
  • Klik op het tabblad          Start
    in de groep          Cellen
    op de pijl onder          Invoegen
    en klik op:
    • Bladkolommen invoegen of
    • Bladrijen invoegen .

Verwijderen:

  • Plaats de kolom in de kolom of rij die u wilt verwijderen en ga daarna als volgt te werk:
  • Ga naar het tabblad          Start
    en klik in de groep          Cellen
    op de pijl onder          Verwijderen
    en klik op:
    • Bladkolommen verwijderen of
    • Bladrijen verwijderen .

SPREADSHEETS INVOEGEN OF VERWIJDEREN

  • Als u een spreadsheet wilt invoegen, klikt u onder in het spreadsheet op de laatste bladtab aan de rechterzijde.
    Klik vervolgens op de knop          Werkblad invoegen Werkblad invoegen.
  • Als u een spreadsheet wilt verwijderen, klikt u op de betreffende bladtab.
    Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u          Verwijderen.

DE NAAM VAN EEN BLADTAB WIJZIGEN

  • Klik op de bladtab van het spreadsheet waarvan u de naam wilt wijzigen en klik met de rechtermuisknop op de tab.
    Klik op          Naam wijzigen. De naam van het blad wordt gemarkeerd op de tab. Typ over de bestaande tekst heen en druk op Enter.

DEELVENSTERS BLOKKEREN

U kunt kolomtitels en rijkoppen zichtbaar houden terwijl u omlaag of opzij in een spreadsheet schuift. U kunt slechts één type blokkering tegelijkertijd gebruiken.

  • Ga naar het tabblad          Beeld
    en klik in de groep          Venster
    op de pijl onder          Deelvensters blokkeren.
    Ga als volgt te werk om de blokkering in te stellen:
    • Klik op          Bovenste rij blokkeren
      als u alleen de bovenste rij wilt blokkeren.
    • Klik op          Eerste kolom blokkeren
      als u alleen de linkerkolom wilt blokkeren.
    • Plaats de cursor in de cel direct rechts van de eerste kolom en direct onder de eerste rij als u zowel de bovenste rij als de linkerkolom wilt blokkeren. U kunt bijvoorbeeld in cel B2 klikken.
      Klik vervolgens op          Deelvensters blokkeren.
  • Als u de blokkering wilt opheffen, klikt u in het groep          Venster
    op de pijl bij          Deelvensters blokkeren
    en klikt u op          Titelblokkering opheffen.
https://i0.wp.com/www.internetbegeleiding.nl/wp-content/uploads/2011/11/officemini.jpg?fit=180%2C180&ssl=1https://i0.wp.com/www.internetbegeleiding.nl/wp-content/uploads/2011/11/officemini.jpg?resize=150%2C150&ssl=1InternetbegeleidingExcelMicrosoft OfficeSoftwareTips en trucsExcel,Excel 2010,Office,snelzoekkaartEEN NIEUW SPREADSHEET MAKEN Klik op het lint op het tabblad          Bestand. Klik links in het venster op          Nieuw. Klik op          Maken. EEN SPREADSHEET OPSLAAN Klik op het lint op het tabblad          Bestand. Klik links in het venster op          Opslaan of          Opslaan als. Selecteer zo nodig bij          Mappen een map waarin u het bestand wilt opslaan. Typ...Internet- en computerzaken voor beginners